Andere filosofie

Wijk-werken heeft met het PWA-systeem gemeen dat de betrokkene voor kleine klusjes een kleine vergoeding krijgt bovenop de werkloosheidsuitkering. Maar het nieuwe systeem is beperkt in de tijd en vertrekt vanuit een andere filosofie. Ten laatste binnen het jaar moeten wijk-werkers de volgende stap in een traject naar werk zetten. Dat kan een stage, een opleiding, een individuele beroepsopleiding of een van de andere bestaande instrumenten zijn.

Een nieuwe weg

De screening van de 7.000 PWA’ers leidde tot opmerkelijke resultaten. “Na een screening door de VDAB kozen uiteindelijk liefst 1.484 van die werknemers er vrijwillig voor om niet in te stappen in het nieuwe wijk-werken. Daarvan zijn er maar liefst 432 uitgestroomd naar een reguliere job. Dat komt neer op 30 procent. Veel vroegere PWA’ers wilden niet langer in dit systeem kamperen en kozen een nieuwe weg, en dat is fantastisch nieuws”, zegt Vlaams Parlementslid Ronse.

Wallonië fnuikt eigen groei

588 ex-PWA-werknemers volgen een traject persoonlijke dienstverlening en 61 zitten in een traject werkplekleren. “Deze cijfers tonen aan dat veel mensen niet in het juiste systeem zaten en de herscreening van deze hele groep is dan ook een goede zaak”, vervolgt Axel Ronse, die niet begrijpt waarom Wallonië wél vasthoudt aan het PWA-systeem. “Het is des te jammerder voor de duizenden getalenteerde Waalse werknemers die op die manier misschien levenslang in de werkloosheid blijven. Bovendien kost het de federale sociale zekerheid een pak centen in de vorm van extra uitgaven én gederfde inkomsten. Tenslotte fnuikt het de economische groei in zowel Wallonië als Vlaanderen, want werkgevers kunnen geen beroep doen op die mensen”, besluit Axel Ronse.

Onderwerpen