Voor sommige werkzoekenden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt is ook deeltijds werk niet haalbaar. Om hun competenties bij te schaven, creëert de regering het zogenoemde wijk-werken. In dat systeem, dat maximaal zes maanden duurt, wordt de werkzoekende opgevolgd door de VDAB. Hij of zij ontvangt ook een kleine vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkering. De VDAB krijgt een centrale rol in het nieuwe systeem en zorgt voor de organisatie en de toeleiding van de werkzoekenden. Dat gebeurt in overleg met de lokale besturen.
“Dankzij wijk-werk krijgt Vlaanderen er een specifiek instrument bij om werkzoekenden die niet meer aankunnen dan een zeer beperkt aantal uren, via een duidelijk en begeleid pad aan een job te helpen", legt minister Muyters uit. "Het systeem komt daarmee tegemoet aan een basisdoel van mijn arbeidsmarktbeleid: zo veel mogelijk mensen versterken en een plaats geven op de reguliere arbeidsmarkt.”