Sinds de zesde staatshervorming is Vlaanderen ook bevoegd voor de vestigingswetgeving. Die vereist dat iedere ondernemer een aantal ondernemersvaardigheden bewijst. Voor een hele reeks gereglementeerde beroepen gaat dat niet enkel over een attest bedrijfsbeheer, maar ook over specifieke beroepsbekwaamheden. Die vereisten zijn echter niet verenigbaar met een Europese richtlijn.

Niet van deze tijd

Minister Muyters kaartte die problematiek intussen aan bij de verschillende sectorfederaties: “Een ondernemer moet kunnen ondernemen, zonder daarbij gehinderd te worden door allerlei barrières. Bovendien zorgde de Europese wetgeving ervoor dat wij met onze eigen wetten meer voorwaarden oplegden voor onze eigen ondernemers dan voor buitenlandse ondernemingen. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn.” Daarbij komt dat de bestaande vestigingswet niet alleen log en discriminerend is maar ook gedateerd. Hij biedt met name geen kader voor nieuwere ondernemingsvormen, zoals de deeleconomie, e-diensten en pop-ups.

Blijvende kwaliteit

De wet verzekert ook geen kwaliteit op langere termijn. De kwaliteit van de dienstverlening wordt bovendien al gewaarborgd door andere regelgeving rond bijvoorbeeld milieu, voedselveiligheid of gezondheid, elk met hun eigen controleorganen. Minister Muyters stelde daarom voor om de bestaande voorwaarden te schrappen en de kwaliteit van de dienstverlening via andere wegen te garanderen. “Ik begrijp de zorg van de sectorfederaties dat de openstelling van de markt niet mag leiden tot een verminderde kwaliteit voor de klant. Bovendien moet die kwaliteit niet alleen gegarandeerd zijn bij de start van een onderneming, maar ook op de langere termijn. Daarvoor zullen we met de sectorfederaties programma’s ontwikkelen om hun leden bij te scholen en te ondersteunen in de ontwikkeling van hun bedrijf.” Tot grote tevredenheid van de minister stapten al heel wat sectorfederaties mee in zijn voorstel en lopen er volop gesprekken met de overige federaties, voornamelijk in de bouw.

Onderwerpen